In inferentiële statistiek, worden steekproefstatistieken gebruikt als een schatting van de bijbehorende bevolkingsparameter. Aangezien een steekproef niet alle individuen bevat uit een populatie, is het hoogst onwaarschijnlijk dat een steekproef een perfecte weergave van de bevolking zal zijn waar deze uit is genomen. Als gevolg hiervan, is een steekproeffout te verwachten.
#\phantom{0}#

#\phantom{0}#
Er zijn een groot aantal verschillende steekproeven van een bepaalde grootte die uit een bepaalde populatie kunnen worden getrokken. Elk van deze steekproeven zal worden gemaakt van verschillende individuen en als gevolg daarvan, zullen steekproefstatistieken variëren van steekproef tot steekproef. Sommige van deze steekproefstatistieken zullen de ware bevolkingsparameter overschatten, terwijl andere steekproefstatistieken deze zullen onderschatten. Een steekproefstatistiek kan dus worden beschouwd als een kansvariabele.

Gelukkig kan de mate waarin een steekproefstatistiek naar verwachting zal afwijken van de werkelijke populatieparameter vrij nauwkeurig worden voorspeld met behulp van een aantal wiskundige stellingen. In het bijzonder worden deze stellingen gebruikt om te bepalen hoe de steekproefverdelingen van de steekproefstatistieken eruit zien.
#\phantom{0}#