Hoofdstuk 7: Hypothese toetsen: Introductie in Hypothese Toetsen (Kritiek Gebied benadering)
Het Formuleren van de Onderzoekshypothesen
De eerste stap van een statistische toets is om de onderzoekshypothesen te formuleren.
#\phantom{0}#
Hypothese
In het kader van de statistische toetsen, is een hypothese een verwachting of voorspelling van een populatie eigenschap.
#\phantom{0}#
Elke statistische toets heeft twee hypotheses: een nulhypothese en een alternatieve hypothese.
#\phantom{0}#
Nulhypothese
De nulhypothese van een toets, aangeduid met #H_0# vertegenwoordigt een nul-effect. D.w.z. dat alle waargenomen patronen in de voorbeeldgegevens louter door toeval komen.
In het algemeen, is de nulhypothese de hypothese die je probeert te weerleggen.
De nulhypothese is de uitspraak over de populatie die wordt getest. Hierdoor leidt het resultaat van een hypothesetoets altijd tot één van twee besluiten:
- De nulhypothese wordt verworpen.
- De nulhypothese wordt niet verworpen.
Een nulhypothese mag alleen worden verworpen als het zeer onwaarschijnlijk is om waar te zijn, met betrekking tot de waargenomen steekproefgegevens.
Een belangrijk nadeel is dat het niet verwerpen van de nulhypothese niet betekent dat de nulhypothese wordt aangenomen waar te zijn. Het betekent gewoon dat er niet genoeg bewijs is om het te weerleggen.
Voorbeelden van nulhypothesen zijn:
- Er is geen effect van de behandeling
- Er is geen verschil tussen de groepen
- Er is geen verband tussen variabelen
#\phantom{0}#
Alternatieve hypothese
De alternatieve hypothese van een toest, aangeduid #H_a#, voorspelt dat er wel een effect is. Dat wil zeggen, dat alle waargenomen patronen in de steekproef data niet het resultaat zijn van willekeurige variatie, maar eerder een weerspiegeling is van de kenmerken van de onderliggende bevolking.
In het algemeen, is de alternatieve hypothese de hypothese die je vermoedt waar te zijn.
De alternatieve hypothese kan niet direct worden getest. Hij wordt alleen aanvaard als de nulhypothese wordt verworpen.
De nulhypothese en de alternatieve hypothese sluiten elkaar uit, wat betekent dat er geen overlap is in de voorspellingen die ze maken.
Voorbeelden van alternatieve hypothesen zijn:
- Er is een effect van de behandeling
- Er is een verschil tussen de groepen
- Er is een verband tussen variabelen
#\phantom{0}#
Gelijkenis met een strafproces
Hypothese toetsen draagt een gelijkenis met een strafproces. In de rechtbank, ligt de bewijslast aan de officier van justitie, wat betekent dat een verdachte wordt verondersteld onschuldig te zijn tot het tegendeel is bewezen.
Ook in hypothesetoetsen wordt de nulhypothese aangenomen waar te zijn, tenzij zeer sterk bewijs wordt geleverd dat anders doet vermoeden.
#\phantom{0}#
2. Onderzoekshypothesen
De nulhypothese moet zeggen dat de Zomer Cursus geen effect heeft op de cijfers van de studenten. Als dit waar is, dan is het gemiddelde cijfer van de studenten die de Zomer Cursus doen gelijk zijn aan de gemiddelde cijfer van de studenten die niet de Zomer Cursus doen.
De alternatieve hypothese dekt gewoon alle andere uitkomsten.
\[\begin{array}{c}
H_0: \mu_{\text{na zomer cursus}}=6.5\\
H_a: \mu_{\text{na zomer cursus}}\neq 6.5\\
\end{array}\]
omptest.org als je een OMPT examen moet maken.