Een belangrijk concept binnen de theorie over orthogonaliteit is het orthogonale complement. We zullen bespreken wat het is en hoe we het orthogonale complement van een lineaire deelruimte binnen een vectorruimte kunnen construeren.
Laat een inproductruimte zijn en laat een lineaire deelruimte van zijn. Het orthogonale complement van is de verzameling
Het orthogonale complement van is dus de verzameling van alle vectoren in die loodrecht staan op .
De definitie van werkt ook goed en wordt ook wel gebruikt als een deelverzameling van is.
In de literatuur wordt orthogonaal complement ook wel afgekort tot orthoplement.
De tweede gelijkheid kan van nut zijn als we willen bewijzen dat twee vectoren, zeg en , van gelijk zijn. Als we bijvoorbeeld weten dat voor elke vector van , dan volgt dankzij bilineariteit na het naar links halen van alle termen:
Dit betekent dat behoort tot , zodat . Dit laat zien dat .
Het orthogonale complement van wordt vaak genoteerd door .
Hierbij hangt het teken af van de definitie van het inproduct van . Als er van meerdere inproducten sprake is, dan schrijven we ook wel voor het orthogonale complement van ten opzichte van het inproduct .
De -dimensionale lineaire deelruimte van gegeven door de vergelijking
is het orthogonale complement van . De normaalvector van dit vlak is een opspannende vector van het orthogonale complement van .
Hier zijn enkele belangrijke eigenschappen van het orthogonale complement.
Laat een lineaire deelruimte van de vectorruimte zijn.
- is een lineaire deelruimte van .
- , dat wil zeggen:
een lineaire deelruimte en zijn orthogonale complement hebben alleen de nulvector gemeen.
- Als , dan is
1. Ten eerste behoort tot .
Laat en twee vectoren uit het orthogonale complement van zijn, en twee scalairen en een vector uit . Het inproduct van en voldoet aan
We concluderen dat voldoet aan de definitie van een lineaire deelruimte van .
2. Stel dat een vector is die zowel in als in zit. Het inproduct is dan gelijk aan . Dit impliceert direct dat de nulvector is. De tweede eigenschap is hiermee bewezen.
3. We bewijzen eerst dat bevat is in . Laat een vector zijn uit het orthogonale complement van . Dan staat loodrecht op iedere vector uit , en in het bijzonder loodrecht op iedere vector met . Dit laat zien dat een element is van .
Vervolgens bewijzen we de andere inclusie. Laat een vector zijn die loodrecht staat op iedere vector afzonderlijk. Een willekeurige vector in heeft de vorm voor scalairen . We laten zien dat loodrecht staat op :
We concluderen dat ook aan de derde eigenschap voldaan is.
Om het orthogonale complement van een opspansel uit te rekenen, hoeven we dus alleen maar de vectoren op te sporen die loodrecht staan op elk van de vectoren .
De vectoren in die loodrecht staan op vormen het orthogonale complement van de rechte . Zo'n vector moet voldoen aan , dus aan . Met andere woorden: Dit is een vlak door de oorsprong in .
Vervolgens bepalen we het orthogonale complement van het vlak . Eerst bepalen we een parametrisatie van dit vlak . Kiezen we en als parameters, dan betekent het feit dat tot behoort dat , zodat Dit heeft tot gevolg dat
Vanwege eigenschap 3 bestaat dus uit alle vectoren die voldoen aan
In termen van als parameter hebben de oplossingen van dit stelsel lineaire vergelijkingen de vorm , dus
We zullen hieronder zien dat voor elke lineaire deelruimte van een eindigdimensionale inproductruimte geldt . In het algemeen is het orthogonale complement van een vlak door de oorsprong in een lijn door de oorsprong, en is het vlak het orthogonale complement van die lijn.
In het commentaar bij de stelling Loodrechte projectie hebben we gezien dat als een oneindigdimensionale deelruimte is van een inproductruimte, de loodrechte projectie van een vector op niet altijd bestaat. We kunnen met eigenschap 2 hierboven echter wel vaststellen dat er hooguit één loodrecht projectie bestaat: Pas de stelling Doorsnee van affiene deelruimten toe op . Volgens deze stelling is de doorsnee leeg (in welk geval er geen loodrechte projectie is) dan wel van de vorm . Maar volgens eigenschap 2 van het orthogonale complement is de doorsnee de nulruimte, zodat in het tweede geval de doorsnede samenvalt met . In dit tweede geval is de unieke loodrechte projectie van op .
Als een eindigdimensionale vectorruimte is, dan kunnen we met behulp van de loodrechte projectie en de Gram-Schmidt procedure het orthogonale complement van een deelruimte bepalen.
Laat een -dimensionale deelruimte zijn van een -dimensionale vectorruimte . Stel dat een basis is van en dat deze basis met uitgebreid is tot een basis voor de hele ruimte .
Dan geeft de Gram-Schmidt procedure toegepast op de basis van een orthonormale basis voor zodanig dat en .
In het bijzonder geldt
Uitgaande van de basis construeren we met behulp van de Gram-Schmidt procedure een orthonormale basis voor . Deze basis voldoet aan
We tonen nu aan dat het orthogonale complement gegeven wordt door . Laat een vector van zijn. Omdat een orthonormale basis is, staat elke voor loodrecht op elke voor . Volgens eigenschap 3 van het orthogonale complement heeft dit tot gevolg dat voor behoort tot . Eigenschap 1 van het orthogonale complement zegt dat een lineaire deelruimte is, zodat bevat is in .
Om de andere inclusie te bewijzen, veronderstellen we dat een vector in is. Dankzij eigenschap 2 van orthonormale stelsels vinden we
We zien dus dat ligt in het lineaire opspansel . Dit bewijst de andere inclusie. We concluderen dat .
De dimensieformule voor het orthoplement volgt ten slotte uit
Als een lineaire deelruimte van een eindigdimensionale inproductruimte is, dan is Dit volgt onmiddellijk uit toepassing van de stelling op in plaats van , want de basis van is een aanvulling van de orthonormale basis van tot een orthonormale basis van .
Laat de -dimensionale lineaire deelruimte van zijn gegeven door Dan heeft veel complementen, dat wil zeggen: -dimensionale deelruimten van die tezamen met de hele ruimte opspannen. Het orthogonale complement is uniek en bepaalt weer uniek door . Dit verklaart de unieke rol van als normaalvector (uniek op een scalair ongelijk aan na).
De dimensieformule voor het orthogonale complement is ook te bewijzen uit dimensiestelling voor lineaire deelruimten met gebruikmaking van het feit dat de doorsnede van en triviaal is (dat wil zeggen: eigenschap 2 van het orthogonaal complement):
De stelling laat zien dat de directe som is van en voor elke echte niet-triviale lineaire deelruimte van .
Als een vlak door de oorspong is in , dan is de dimensie van het orthogonale complement gelijk aan . Als een basis is van , dan wordt opgespannen door het uitproduct van en .
Bepaal een orthonormale basis voor het orthogonale complement in van de lineaire deelruimte gegeven door
Geef je antwoord in de vorm van een lijst van basisvectoren, dat wil zeggen .
De deelruimte bestaat uit alle vectoren van met de eigenschap ; dat wil zeggen . Dit betekent dat . Bijgevolg is
Een basis wordt dus gegeven door de vector . Het rest ons nog deze basisvector te normaliseren om zo tot een orthonormale basis te komen.
Zo vinden we het antwoord .
De oplossing is niet uniek: zowel als zijn goede antwoorden.